Keuzes maken: ervaringsgericht leren
Ervaringsgericht leren in de praktijk.
Mijn werktijden had ik voor mijzelf heel duidelijk: ik werk wanneer mijn dochter naar school is en daarnaast heb ik 2 middagen buitenschoolse opvang voor haar gerealiseerd. Zo kan ik ook buiten schooltijd doorwerken.
De laatste tijd kwam het echter voor dat potentiële klanten mij vroegen of ze ook ’s avonds of ’s weekends bij me terecht konden.
Ik wil graag klanten, ik wil hen ook graag tegemoet komen, maar ik twijfelde of dat uiteindelijk goed zou zijn.
Symboliek
Ik liep gisteren in een dennenbos en dacht na over deze situatie. De symboliek zag ik vrij snel, toen ik om me heen keek.
Dit rechte pad tussen de rijen bomen door, voelt voor mij overzichtelijk en prettig. Het is een heel duidelijk pad, net als dat ik voor mijzelf mijn werktijden heel duidelijk had.
Op een gegeven moment versperde een omgevallen den mijn pad.
Dit obstakel betekent dat ik nu een keuze moet maken hoe ik verder ga.
Ik bekijk welke mogelijkheden ik heb
Er omheen lopen; dan wijk ik even af van mijn vaste pad maar pak deze vervolgens weer op. Ik wil wel terug naar dit rechte duidelijke pad zodra ik er om heen ben.
Tijd om te ervaren wat deze keuze mij kan brengen; ik ga uitvoeren wat ik heb bedacht.
Om de grote omgevallen den loop ik heen en daarna loop ik verder op het pad dat ik volgde.
Het voelt goed. Ik was er zo omheen en loop nu weer fijn op het pad van mijn keuze. Ondertussen loop ik verder.
Even verderop ligt er weer een omgevallen den op mijn pad. Een stukje verderop nog één en daarna volgen er een aantal heel dicht op elkaar. Steeds weer loop ik om de bomen heen en vervolg mijn vaste pad. Of toch niet?
Pfff, volgens mij ben ik mijn pad kwijt, denk ik plotseling. Het voelt hier niet meer fijn. Volgens mij ben ik door het omlopen steeds een stukje opgeschoven en dit is niet meer het pad waarop ik begonnen ben.
Als ik voor één klant van mijn vaste werktijden af ga wijken, zullen er meer en meer volgen. Uiteindelijk raak ik mijn prettige manier van werken kwijt en dat wil ik niet. Het voelt niet goed; deze keuze wil ik niet maken.
Ik beslis en dat voelt goed
Ik loop terug naar de plek waar ik eerder deze keuze maakte en waar ik begon deze keuze te verkennen.
Daar kijk ik of ik nog meer keuzes kan maken.
Ik kan de omgevallen boom in plaats van overdwars, recht op mijn pad proberen te leggen. Dan volgt de boom mijn richting. Maar ik kan zo al wel zien dat dat onbegonnen werk is. Ik wil mijn potentiële klant niet overtuigen toch te komen op een tijd waarop hij/zij niet kan.
Heb ik nog meer keuzes?
Na even nadenken beslis ik: ik stop hier en ga niet om het obstakel heen en probeer het ook niet met mijn pad mee te krijgen. Ik blijf bij mijn beslissing te werken op mijn vaste werktijden. Dat voelt voor mij goed. Ik vertrouw er op dat de klanten die voor mij bestemd zijn, komen. Als het zo moet zijn, vinden ze zelf een manier om toch binnen mijn werktijden bij me te komen. Dat komt goed!